Individuele rechtvaardigheid terug in het ontslagrecht?

Geplaatst op: 12-07-2017.

In de Volkskrant van 3 juli 2017 werd prominent verkondigd dat de individuele rechtvaardigheid terug is in het ontslagrecht. Dit valt te bezien.

Wat was er aan de hand?

In de zaak waarover de Hoge Raad zich op 30 juni 2017 heeft gebogen, draait het om een kapster die na 25 jaar werd ontslagen toen de kapsalon in handen kwam van nieuwe eigenaren. Haar arbeidsovereenkomst werd opgezegd zonder geldige reden. Dit betekende dat de kapster de opzegging in beginsel had kunnen laten vernietigen door de rechter. De kapster koos er echter voor te berusten en het ontslag te aanvaarden. Omdat een opzegging zonder geldige reden de werkgever ernstig te verwijten is, maakte de kapster daarbij aanspraak op een billijke vergoeding.

 

Bepaling billijke vergoeding

Al sinds de invoering van de ‘Wet werk en zekerheid’ (WWZ) is onduidelijk hoe de hoogte van deze billijke vergoeding bepaald dient te worden. Vrij algemeen werd aangenomen dat de billijke vergoeding geen compensatie diende te zijn voor de gevolgen van de beëindiging van het dienstverband (daarvoor zou de transitievergoeding bedoeld zijn). Wel zou de vergoeding in ieder geval een punitief en afschrikwekkend karakter moeten hebben. Dat zo zijnde werd vervolgens op vrij willekeurige wijze de hoogte van billijke vergoeding bepaald. Daaraan is geen einde gekomen.

 

Wat oordeelt de Hoge Raad?

De Hoge Raad heeft bepaald dat alle gevolgen van het onterecht gegeven ontslag dienen te worden meegewogen en dat de vergoeding geen punitief karakter mag hebben. De schade dient echt begroot te worden door de situatie na het onterecht gegeven ontslag te vergelijken met de situatie waarbij geen ontslag gegeven zou zijn. De schade die aldus begroot is kan vervolgens weer naar billijkheid door de rechter gematigd worden. De rechter heeft daarbij een grote mate van vrijheid. Kortom: dogmatisch is het er een stuk duidelijker op geworden (bekend is hoe de schade berekend zou moeten worden). Praktisch gezien blijft staan (door het matigingsrecht van de rechter) dat de hoogte van de billijke vergoeding onvoorspelbaar blijft.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Kees Schoonderbeek.

Bron: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2017:1187