Filmen in een huurwoning

Geplaatst op: 16-11-2020.

Casus

Een alleenstaande huurster is ’s nachts door de hulpdiensten uit haar zwaar vervuilde woning gehaald omdat er sprake was van een gezondheidsrisico voor haar en de directe omgeving. Van de hulpdiensten heeft de woningcorporatie opdracht gekregen om de woning binnen 24 uur schoon te laten maken. De woningcorporatie schakelt daarvoor een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf in. Tijdens de werkzaamheden verbleef de huurster elders.

Naderhand blijkt dat het bedrijf de hele schoonmaakactie heeft gefilmd en als vlog online heeft gezet. Daarnaast werkt het schoonmaakbedrijf mee aan een documentaire en worden de beelden mogelijk ook op televisie uitgezonden. De woningcorporatie vraagt ons of dit bedrijf dit zomaar mag doen. 

Onderscheid

Er moet voor het filmen in een woning een onderscheid gemaakt worden tussen de volgende situaties:

  1. Filmen met of zonder toestemming;
  2. Filmen van personen of alleen van objecten.

Filmen zonder toestemming

Strafrecht
Art. 139f Wetboek van Strafrecht luidt:

“Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft degene die, gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, een afbeelding vervaardigt.”

Het met een geheime camera filmen van een persoon in zijn woning is dus strafbaar. Maar als de aanwezigheid duidelijk kenbaar is gemaakt – zodat de camera daar dus met toestemming wordt gebruikt – is het niet strafbaar. Wanneer geen opnamen van een persoon maar alleen van het interieur (objecten) worden gemaakt is het ook niet strafbaar.

Privacyrecht
Ook de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) biedt daartegen geen bescherming. Op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens is weliswaar te lezen dat men alleen een camera zoals een videodeurbel mag ophangen zolang deze de bezittingen van buurtgenoten en/of de openbare weg niet filmt, maar dat is alleen omdat dan de kans groot is dat deze ook andere personen filmt. En dat maakt een inbreuk op hun privacy.

Onrechtmatige daad
Het enige wat dan overblijft is de vraag of het zonder toestemming filmen binnen een woning een onrechtmatig daad volgens artikel 6:162 BW is. Dat zal inderdaad het geval kunnen zijn. Hieronder volgt een toelichting.

Art. 8 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) luidt:

“Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.” Het zonder toestemming filmen in een woning valt mede daardoor in voorkomende gevallen onder “aantasting van de persoonlijke levenssfeer”. 

De volgende uitspraken vertonen enige gelijkenis met onze casus.

Hof Amsterdam 12 januari 2010 (1):
Huisbezoek van de Gemeentelijke Sociale Dienst vanwege controle op de rechtmatigheid van bijstandsverlening. Dergelijk al dan niet aangekondigd huisbezoek vormt een inbreuk op het recht op privacy, in het bijzonder op het huisrecht in de zin van artikel 8 lid 1 EVRM, tenzij er sprake is van toestemming van de betrokkene. De toestemming moet vrijwillig zijn gegeven en er moet sprake zijn van ‘informed consent’, wat wil zeggen dat de toestemming gebaseerd moet zijn op volledige en juiste informatie over reden en doel van het huisbezoek.

Hof Leeuwarden-Arnhem 17 oktober 2017 (2):
Tijdens een tv-uitzending zijn de gezichten van X en zijn vrouw onherkenbaar in beeld gebracht. Daar staat echter tegenover dat X in een markant huis woont. Beelden van dat huis en de omgeving waarin het is gelegen, worden in het programma herhaaldelijk getoond. Voldoende aannemelijk is gemaakt dat familie, vrienden, kennissen en buurtbewoners, ondanks de aangebrachte verhulling van de identiteit van X en zijn vrouw, hen zullen herkennen door het gebruik van de beelden van de buiten- en binnenkant van de woning van X in combinatie met de beelden van het plein en de opmerking van de presentator dat het een vestingstadje in het Noorden van het land betreft. Voor de verbeeldingskracht van de bewuste uitzending was niet nodig de woonomgeving zo prominent en herhaaldelijk in beeld te brengen. Het programma is niet gericht op het aan de kaak stellen van een maatschappelijke misstand, maar lijkt te gaan om een familievete. Hier was het filmen van de buitenkant van het huis onrechtmatig.

Gelet op deze uitspraken kan gezegd worden dat het filmen in de woning van onze casus ook onrechtmatig is. De argumenten zijn:

  • De huurster heeft recht op het respecteren van haar huisrecht volgens art. 8 lid 1 EVRM.
  • De huurster heeft zelf geen toestemming verleend voor het filmen. Zij verbleef tijdens de werkzaamheden elders. Het is dus al helemaal niet aan de orde dat er vrijwillig toestemming is gegeven en dat sprake is van ‘informed consent’, dat wil zeggen dat huurster over volledige en juiste informatie beschikte over reden en doel van het filmen in haar woning.
  • Kennelijk is sprake van een hulpbehoevende huurster met een sociale en/of psychische problematiek. Dat zijn privéomstandigheden waarvan de huurster een belang heeft om dit geheim te houden.
  • Het valt niet uit te sluiten dat familie, vrienden, kennissen en buurtbewoners, de huurster zullen herkennen door het gebruik van de beelden van de binnenkant van haar woning.
  • De filmbeelden en de vlog zijn niet online gezet voor het aan de kaak stellen van een maatschappelijke misstand. Het gaat überhaupt niet om journalistieke maar om commerciële belangen van zowel het schoonmaakbedrijf als van het tv-programma.

Filmen met toestemming

Het filmen met toestemming is uiteraard niet onrechtmatig. Het schoonmaakbedrijf beroept zich erop dat zij toestemming heeft verkregen. In haar algemene voorwaarden staat dat ‘de klant’ met het verlenen van de opdracht toestemming verleent voor het vastleggen van de werkzaamheden door middel van video en dat deze beelden ook mogen worden gebruikt voor promotiedoeleinden of in mogelijke tv-uitzendingen. Dat argument gaat niet op.

In dit geval was de woningcorporatie de klant. De toestemming moet echter gegeven worden door de huurster van de woning. De huurster is degene die aanspraak heeft op bescherming van het huisrecht van art. 8 lid 1 EVRM. Daar doet het feit dat de woningcorporatie de eigenaar van de woning is niets aan af. Als de woningcorporatie inderdaad de toestemming heeft gegeven, zou dat ook onrechtmatig zijn van haar jegens de huurster. Die toestemming beschermt het schoonmaakbedrijf niet tegenover de huurster.

Reactie naar schoonmaakbedrijf
Feit is wel dat als de woningcorporatie daarvoor toestemming heeft gegeven, zij strikt genomen zelf tegenover het schoonmaakbedrijf geen bezwaar kan maken tegen het maken, bewaren en/of gebruiken van de filmbeelden van de schoonmaak. Dat zou dan alleen de huurster kunnen doen. Het is maar de vraag of de huurster, die kennelijk een sociaal zwakkere persoon is, in staat is haar belangen in dit opzicht behoorlijk te verdedigen. Vanuit haar eigen verantwoordelijk zou de woningcorporatie het schoonmaakbedrijf kunnen wijzen op het onrechtmatige karakter van de filmbeelden. Ook zou de woningcorporatie kunnen meedelen dat zij voor zover zij toestemming heeft gegeven zich daar niet van bewust was, dat zij niet over volledige en juiste informatie beschikte omdat zij er niet uitdrukkelijk op is gewezen dat er gefilmd ging worden, dat er geen sprake was van dat zij die toestemming rechtsgeldig kon geven, dat zij die toestemming voor zover nodig intrekt en dat zij adviseert om de filmbeelden niet alleen offline te halen maar ook te vernietigen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan Erik van der Wolf of een van onze andere advocaten.